Hallo? Nicole?
Ja, hoi Mam.
Met je Moeder, zeg, ik zit hier pontificaal op jou te wachten. Je zou me toch komen halen om naar huis te gaan?
Nou, nee Mam, dat is morgen. Ik heb gezegd op dinsdag. Vandaag is het maandag. Het kan ook niet want ik ben op weg naar Zwolle, ik zit in de trein.
Morgen? Dat zei de verpleegster net ook al, maar ik dacht dat het vandaag was.
Is de verpleegster daar?
Ja, die staat naast me.
Mag ik haar even?
Ja, ok. (Mijn dochter wil u spreken)
Hallo?
Hoi, mijn moeder heeft een schriftje bij het bed liggen. Hierin heeft ze zelf opgeschreven dat ze dinsdag weer naar huis mag. Wil je haar dat even laten zien? Dan begrijpt ze het waarschijnlijk beter. Ik kan echt morgen pas komen want de Thuiszorg is er ook dan pas.
Ja, dat is goed ik zal het haar laten zien. Komt wel goed.
Bedankt en tot morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn welkom!